Stemrecht voor jongeren

Door Robin Boers en Sean Ham, 5A2

Inleiding

Jongeren hebben geen kiesrecht. Dat is best scheef, want alle andere bevolkingsgroepen hebben wel kiesrecht. Het is apart dat jongeren niet zelf mogen meedenken over beleid dat over hen en hun toekomst gemaakt wordt.

Waarom, en voor wie, is dit een probleem?

Voor jongeren, die niet mogen meedenken en beslissen over beleid dat hun eigen leven en toekomst beïnvloedt. Door een groot deel van de bevolking geen kiesrecht te geven, is de politiek geen goede afspiegeling van de maatschappij, wat voor een hele rits aan redenen een negatieve impact heeft. Daarnaast zorgt volgens de Lange (2021) een lagere kiesgerechtigde leeftijd voor een hogere opkomst bij verkiezingen als de jongeren volwassen zijn. Door de kiesdrempel niet te verlagen zorg je dus voor een kleinere opkomst bij toekomstige verkiezingen, waardoor wederom de politiek de maatschappij niet goed vertegenwoordigt. Daarnaast zou het betrekken van jongeren op lagere leeftijd voor een minder grote kans op politieke radicalisering moeten zorgen (de Lange, 2021). Ook zou een lagere kiesgerechtigde leeftijd ervoor zorgen dat jongeren meer de kans krijgen te oefenen in het maken van politieke keuzes, wat hun kritisch denkniveau zou verhogen (BNNVARA, 2023).

Betrokken bevolkingsgroepen

Bij dit vraagstuk zijn verscheidene bevolkingsgroepen betrokken. Vanzelfsprekend de jongeren, om wiens kiesrecht dit vraagstuk in de eerste plaats draait. Daarnaast natuurlijk ook volwassenen, die momenteel wél kiesrecht hebben. Jongeren willen kunnen meedenken en willen gehoord worden. Een groot deel van de volwassenen vindt dat jongeren “niet in staat zijn om weloverwogen keuzes te maken” en “de consequenties van hun keuzes te overzien” (BNNVARA, 2023). De overheid is natuurlijk ook betrokken. Zij zou de grondwet moeten aanpassen om kiesrecht voor jongeren vanaf 16 jaar te verzorgen. Volgens van Teutem (2023), tracht de overheid al meer dan 50 jaar de kiesdrempel te verlagen, maar tot dusver zijn alle voorstellen afgewezen. Dit is eenvoudig te verklaren: de regering wordt verkozen door een deel van de bevolking die geen belang heeft bij kiesrecht op een lagere leeftijd, volwassenen mogen immers al stemmen.

Kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk

Ons maatschappelijk vraagstuk voldoet aan de volgende drie kenmerken:

  1. Het heeft gevolgen voor verschillende groepen (jongeren, volwassenen, politiek, gehele samenleving).
  2. Mensen/groepen denken verschillend over de oorzaak/aanpak. Zijn jongeren in staat om een weldoordachte stem uit te brengen? Moeten we de minimumleeftijd uit de grondwet halen en op gemeenteniveau laten besluiten? Naar welke leeftijd moeten we het verlagen?
  3. De overheid moet een rol spelen, want de leeftijd waarop je kiesrecht krijgt staat vastgelegd in de grondwet.

Rol van de media

Wat is de rol van de media?

De media heeft een grote betrokkenheid in dit onderwerp. Politiek is heel belangrijk in de samenleving, dus de media gaat er dingen over zeggen. Op TV, online, in boeken worden er allemaal delen van politiek gebruikt. Daaronder valt dus kiesrecht voor jongeren. Media zorgt ervoor dat mensen kunnen leren, praten en discussiëren over stemrecht voor jongeren. Door media wordt de kwestie verspreid naar mensen die er nooit bewust van zijn geweest.

Wat is de algemene mening van de media?

De mening van de media, zoals vrijwel alles in de media, is verdeeld. Media geeft vrijwel iedereen een manier om hun mening te uiten. Mensen die voor stemrecht voor jongeren zijn gaan media maken en verspreiden over waarom het goed is voor jongeren om stemrecht te krijgen, maar mensen die er juist tegen zijn gaan het tegenovergestelde doen. In het algemeen, als je op een nieuw account opzoekt op het internet: “Kiesrecht jongeren”, dan krijg je vooral artikelen over hoe het goed is dat jongeren kiesrecht krijgen of artikelen die vooral neutraal blijven.

De rol van de overheid & hoe het in andere landen en het verleden zat

Is de overheid nodig om dit vraagstuk aan te pakken?

Jazeker. De leeftijd waarop mensen kiesrecht krijgen ligt namelijk vastgelegd in de grondwet. Volgens de Lange (2021) is er echter een voorstel binnen de kamer om deze leeftijdsgrens uit de grondwet te halen, zodat dit op gemeenteniveau besloten kan worden. Verscheidene partijen hebben het inmiddels in hun verkiezingsprogramma opgenomen.

Wetten en regels

Sinds maart 2022 is de stemleeftijd voor verkiezingen van de EU verlaagd naar 16 jaar (europe.eu, 2023). Het was echter aan lidstaten om dit door te voeren. Helaas hebben alleen België, Oostenrijk en Malta dat ook daadwerkelijk gedaan. Als Nederlandse jongere mag je dus niet in de verkiezingen van de Europese Unie meestemmen. Je moet volgens de Nederlandse (grond)wet ook minimaal 18 jaar oud zijn om in de landelijke Tweede Kamerverkiezingen mee te mogen stemmen.

Andere landen

In Oostenrijk en Malta mogen jongeren wel al vanaf 16 jaar stemmen. In België mag je pas vanaf je 18e stemmen, maar mag je wel al vanaf je 16e meedoen in de Europese politiek, zoals we zojuist benoemden. Dankzij onderzoek in deze landen weten we nu dat jongeren helemaal niet zo impulsief zijn wat betreft politiek, in tegenstelling tot wat we eerst dachten. Volgens de Lange (2021) blijkt namelijk dat “de kwaliteit van hun stemmotivatie [niet afwijkt] van die van oudere stemmers. Ze laten zich in dezelfde mate leiden door de inhoudelijke standpunten van politieke partijen.”

Eerdere wetgeving

In Nederland is de minimale leeftijd voor kiesrecht niet altijd 18 jaar geweest; deze was in 1946 nog 23. De Nederlandse overheid heeft volgens van Teutem (2023) de leeftijd “tussen 1945 en 1972 gemiddeld elke negen jaar wat verder omlaag” gebracht. Het is dus niet ongekend om de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen. Destijds heeft de overheid op basis van onderzoek naar de ontwikkeling van onze hersenen besloten dat jongeren niet in staat zouden zijn een weldoordachte stem uit te brengen.

Volgens van Teutem (2023) hebben in het verleden een aantal partijen, waaronder PSP (nu gefuseerd met andere partijen tot GroenLinks), GroenLinks en D66 voorstellen ingediend of het in hun verkiezingsprogramma opgenomen. Helaas heeft dit tot dusver nog nergens geleid.

Vrouwenkiesrecht

Aletta Jacobs ondervond in 1883 dat als vroeg of je als vrouw mocht meestemmen in de gemeenteraadsverkiezingen mee mocht stemmen, je voor gek verklaard werd. Men vond dat vrouwen niet genoeg verstand hadden om mee te denken in de politiek. Het werd als onzinnig gezien. Fast-forward zo’n 140 jaar, en we vinden het doodnormaal dat vrouwen mogen stemmen. Misschien dat de weerstand die momenteel gevoeld wordt tegen jongerenkiesrecht net zo onzinnig is als de weerstand tegen vrouwenkiesrecht?

Wat vinden partijen?

Zoals we net al opmerkten, zijn D66 en GroenLinks voor. Over andere partijen is vrijwel geen informatie te vinden; op zichzelf wel logisch, want je gaat niet “jongeren mogen géén stemrecht” expliciet in je verkiezingsprogramma zetten. Ik denk dat we hieruit kunnen opmaken dat deze partijen ofwel onverschillig, ofwel tegen zijn.

Eigen mening: jongeren zouden kiesrecht moeten krijgen

Dus, waarom hebben jongeren nog steeds geen kiesrecht? Het primaire argument tegen stemrecht voor jongeren is volgens de Lange (2021) en BNNVARA (2023) dat de hersenen pas volledig ontwikkeld zijn rond het 21e levensjaar. Daarom zouden jongeren niet in staat zijn de consequenties van hun stem te overzien. De vraag is dan wel, waarom mogen 18 jarigen dan wel stemmen? En hoe zit het precies met geestelijk gehandicapte of dementerende mensen? Alleen vragen of we misschien het stemrecht van andere bevolkingsgroepen moeten wegnemen is al provocerend. Waarom vinden we het dan wel oké dat jongeren niet mogen stemmen?

En dat terwijl jongeren net zo veel invloed ondervinden van beleid gemaakt in de politiek als andere bevolkingsgroepen (van Teutem, 2023). Sterker nog, in sommige gevallen zelf méér invloed. Denk aan beslissingen over jeugdzorg, studiefinanciering en onderwijs. Daarnaast moeten jongeren ook nog een stuk langer leven met de consequenties van cruciale beslissingen die nu genomen moeten worden, zoals beslissingen omtrent klimaatproblematiek en het reguleren van AI en technologie-giganten. Allemaal beslissingen waar ze geen invloed op kunnen uitoefenen. Is het niet een beetje apart dat bijvoorbeeld mensen met een terminale ziekte, die nog een maand te leven hebben, wel mogen meebeslissen over deze onderwerpen, maar de groep waarop dit de meeste impact gaat hebben — de jongeren — niet?

Daarbij komt dat jongeren over het algemeen meer open staan voor nieuwe ideeën (de Lange, 2021). Door jongeren geen kiesrecht te geven zorgen we er dus voor dat deze nieuwe ideeën onvoldoende worden vertegenwoordigd in de kamer.

In het kort, jongeren hebben geen kiesrecht waardoor de politiek geen goede afspiegeling van de maatschappij is. Jongeren betalen wel belasting, maar mogen niet meedenken over het doel van dat belastinggeld. Ze mogen ook niet meebeslissen over belangrijke onderwerpen zoals klimaat en onderwijs, die een grote invloed op hun leven en toekomst hebben. Ze kunnen wel degelijk goed doordachte en inhoudelijke beslissingen maken wat betreft politiek. Als we de leeftijd waarop burgers kiesrecht krijgen verlagen tot 16, zorgen we voor een grotere politieke diversiteit, verminderen we de kans op radicalisering en verhogen we de opkomst bij toekomstige verkiezingen. Klinkt goed, toch?

Belangen

Van jongeren

Jongeren willen dat hun mening gehoord wordt en dat hun stem meetelt. Ze willen invloed kunnen uitoefenen op de politiek en kunnen meepraten en meebeslissen over zaken die ze belangrijk vinden.

Van volwassenen

Volwassenen kunnen al stemmen. Een deel is onverschillig wat betreft het gebrek aan stemrecht van jongeren. Een ander deel is ervan overtuigd dat jongeren niet competent genoeg zouden zijn om mee te denken. De meeste volwassenen hebben in elk geval geen duidelijk belang bij kiesrecht voor jongeren.

Sterker nog, ze hebben juist belang bij géén kiesrecht voor jongeren. Zoals we eerder al benoemden, staan jongeren meer open voor nieuwe ideeën en partijen. Door ze geen kiesrecht te geven, zullen nieuwe partijen minder stemmen krijgen. Dit betekent dus, dat per saldo, partijen waarop volwassenen gewoonlijk stemmen meer stemmen krijgen. Kortom, als jongeren stemrecht zouden krijgen zou de stem van volwassenen minder zwaar wegen. Dit geldt al helemaal omdat de totale groep stemmers groter zal worden; daardoor telt een individuele stem minder mee.

Waarden en normen

Waarden

Voorbeelden van waarden die relatie hebben met de kwestie van kiesrecht voor jongeren zouden vrijheid, gelijkheid en representatie kunnen zijn.

Vrijheid

Vrijheid is een belangrijke waarde. Het gaat over het feit dat ieder mens anders is, en dat dat niet wordt onderdrukt. Jongere mensen hebben ook recht op vrijheid. Dat houdt dus de vrijheid van het stemmen in. Stemmen op de partij die het meest ovverreenkomt met jouw ideeën is een duidelijke vorm van vrijheid hebben.

Representatie

Met representatie bedoelen we dat elke groep in een samenleving wordt vertegenwoordigd in elk aspect. Dit zou ook voor stemmen moeten gelden. Jongeren hebben andere culturen dan ouderen. Die culturen zouden volgens de waarde van representatie ook vertegenwoordigd moeten worden, waaronder politieke dingen vallen.

Sociale aspecten

Ongelijkheid

In dit vraagstuk speelt sociale ongelijkheid een grote rol. Een deel van de bevolking mag namelijk niet stemmen. Hierdoor kunnen ze geen politieke invloed uitoefenen en worden hun belangen onvoldoende vertegenwoordigd en verdedigd.

Hoe is dat te merken? Nou, een gevolg van een gebrek aan stemrecht is dat onderwerpen die jongeren over het algemeen belangrijk vinden, te weinig aandacht krijgen. Zo hebben we al een aantal keer de klimaatdoelen gemist, blijven we investeren in kolen en gas, en zijn er nog steeds veel problemen wat betreft disciminatie en racisme tegenover immigranten. Ook hebben jongeren bijna geen stem gehad wat betreft beleid met betrekking tot het leenstelsel en studiefinanciering.

Door de kiesleeftijd te verlagen naar 16 jaar zouden we deze ongelijkheid beperken door jongeren een stem te geven in de politiek, waardoor ze evenveel politieke macht als volwassenen krijgen.

Macht

In dit vraagstuk zijn de machtsmiddelen ongelijk verdeeld over de betrokken groepen. De groep volwassenen is namelijk vele malen groter (aantal medestanders), en heeft invloed op de politiek en regelgeving door middel van verkiezingen. De groep jongeren is daarentegen een stuk kleiner en heeft geen mogelijkheid om te stemmen, waardoor ze maar beperkte politieke macht hebben.

Sociale cohesie

Dit vraagstuk hangt niet samen met de sociale cohesie in de samenleving. Het wel of niet hebben van stemrecht voor jongeren zorgt niet voor een grotere of kleinere onderlinge verbondenheid of eenheidsgevoel in de samenleving.

Je zou echter wel kunnen zeggen dat door jongeren een stem te geven, ze zich meer betrokken en gehoord zullen voelen. Hierdoor zou de onderlinge verbondenheid juist wél toenemen, wat je zou kunnen zien aan een grotere opkomst bij verkiezingen en actievere deelname aan politieke discussies.

Bronnen

https://decorrespondent.nl/14149/geef-16-jarigen-nu-stemrecht/f1adaa11-a6b5-049f-318e-250488075148

https://www.uva.nl/shared-content/faculteiten/nl/faculteit-der-maatschappij-en-gedragswetenschappen/nieuws/2021/01/verkiezingen—waarom-al-stemmen-op-je-16e-veel-beter-is.html?cb

https://www.bnnvara.nl/artikelen/moet-de-leeftijd-om-te-mogen-stemmen-naar-zestien-jaar

https://youth.europa.eu/get-involved/democratic-participation/what-age-should-one-be-able-vote-elections_nl

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verkiezingen/vraag-en-antwoord/wie-mag-stemmen-bij-de-tweede-kamerverkiezing